4e Geschenk

rood1Meisjes en jongens, jullie kennen zeker wel het verhaal van de drie koningen. De drie wijzen die uit het oosten kwamen om op bezoek te gaan bij het kindje dat geboren werd in de stal. Misschien kennen jullie zelfs de namen nog van de drie koningen: Caspar, Baltazar en Melchior. En de cadeaus die ze meebrachten voor het kindje en zijn vader en moeder: goud, mirre en wierook. Goud is natuurlijk heel kostbaar. Mirre is een poeder waar je mensen mee kan genezen en wierook dat ruikt heel sterk. Waarschijnlijk weet je ook dat deze drie wijze koningen zelf de weg naar de stal gevonden hebben. Precies. Door in de nacht een ster te volgen die heel helder scheen. Maar wisten jullie ook dat er nóg een koning was die heel graag op bezoek wilde komen bij het kindje in de stal? Nee? Dat was de Vierde koning. Ik zal jullie kort vertellen hoe dit gegaan is.

rood2Caspar, Baltazar, Melchior en de Vierde Koning waren al jaren vrienden met elkaar. Ieder woonde in zijn eigen land maar één keer per jaar reden ze op hun kamelen naar het midden van de woestijn om elkaar voor drie dagen te ontmoeten. Ja, op kamelen want auto’s of vliegtuigen bestonden toen nog niet. Zelfs de fiets was toen nog niet uitgevonden. Kamelen kunnen heel goed door de woestijn lopen. Ze worden wel de schepen van de woestijn genoemd. Midden in de woestijn bouwden de vier koningen een grote tent op. En dan spraken ze uren en uren met elkaar. Over hun eigen land, de zon die zo warm was en de regen die weinig viel. Maar ook over alle mooie boeken die ze gelezen hadden. Dan dronken ze samen liters thee, lachten veel en gingen laat slapen.

Na drie lange dagen pakten ze de tent weer in, groette elkaar vriendelijk tot ziens en gingen weer achter de voorste bult van hun kameel zitten.

Tijdens één van die ontmoetingen in de woestijn vertelde koning Melchior iets bijzonders. Hij had gelezen in een oud boek dat er een heel bijzonder kind geboren zou worden. Een kind dat een voorbeeld zou worden voor heel veel mensen. Dit bijzondere kind zou veel vrienden maken waardoor er minder ruzie zou komen. Alle koningen waren onder de indruk van dit verhaal, dat snap je wel. Koning Baltazar had gevraagd hoe ze konden weten wanneer dit bijzondere kind geboren zou worden. Koning Melchior had geheimzinnig gelachen en gezegd: een ster zou hen dit vertellen. Een ster? Een ster kan toch niet praten? Dat klopt, had Koning Melchior gezegd, maar wel licht geven. Deze ster zou extra veel licht geven en precies gaan schijnen boven de plaats waar het bijzondere kindje geboren was. De vier koningen hadden elkaar aangekeken en geknikt, in stilte. Meer niet. Ze spraken af dat zodra één van de vier koningen de heldere ster zou zien hij een bericht zou sturen naar de andere drie koningen. Met een kort berichtje aan het pootje van een postduif want dat ging het snelst. In het bericht zou dan staan waar ze zouden verzamelen om met z’n vieren het bijzondere kind en zijn ouders te bezoeken. Misschien was het wel heel ver. Ook spraken ze af wat voor cadeautjes ze zouden meenemen. Koning Caspar was de allerrijkste: hij zou goud meenemen. Koning Melchior, die ook dokter was, zorgde voor Mirre. Koning Baltazar hield erg van lekkere geuren. Hij zou zorgen voor een grote pot wierook.

rood3De vierde Koning wist het nog niet. Hij kon uit zoveel kiezen. Trouwens, hij had nog genoeg tijd om er over na te denken. Vanaf die avond keek hij, net als de andere koningen, voor het slapen gaan even goed in de donkere lucht of er al iets te zien was van een heldere ster. Het werd zeven maal volle maan en er was niets gebeurd. Het werd zeven maal zeven keer volle maan en er was nog steeds niets gebeurd. ‘s Nachts droomde de Vierde koning zelfs van heldere sterren

rood4En toen, op een koude morgen, vloog er een postduif naar binnen. De Vierde koning, die net zijn baard aan het wassen was, liet alles vallen en zocht meteen naar het papiertje aan het pootje van de duif. Er stond op: Bij Melchior, over 7 dagen vertrekken we. Ook stond er een tekeningetje bij van een ster, met goud versiert. Had hij gisteravond voor het slapen gaan niet goed gekeken? Hij wist het weer. Er was feest geweest van zijn dochter en daarom was hij direct gaan slapen. Het vertrek zou al over zeven dagen zijn, bij koning Melchior. Dat betekende dat hij onmiddellijk moest inpakken en wegwezen, anders kwam hij te laat.

KameelHij zocht naar zijn snelste kameel en warme kleding voor de koude nachten. Vlug nam hij afscheid en greep zich toen goed vast aan de lange haren van zijn kameel. Het cadeau! Hij was het cadeau bijna vergeten. Snel keek hij rond. Wat kon hij het kind en zijn ouders het beste geven? Ja natuurlijk, dacht de Vierde koning, warme dekens. Dat kunnen ze vast wel gebruiken in deze koude tijd. Vlug nam hij drie extra warme dekens uit de kast en stopte ze in de tas op de rug van zijn kameel. En daar ging hij, zo snel als zijn kameel hem dragen kon. Het ging goed, na drie dagen was hij al op de helft van de weg naar Koning Melchior. Hij sliep heel kort om snel weer verder te kunnen. Want de heldere ster, hoog aan de hemel, die de Vierde koning nu ook zag, leek hem wel te roepen: Kom! Kom snel!

rood5Op de vierde dag, in de middag, rustte hij even uit in een klein dorpje. Terwijl hij wat thee dronk kwam er een kind naar hem toe. Het had versleten kleren en een droevig gezicht. Hij zij niets maar wenkte hem met zijn hand om mee te komen. De Vierde koning stond op en liep met het kind mee. Ze kwamen aan bij een hutje waar ze naar binnen gingen. Rond een bed stonden nog drie kinderen met versleten kleren en droevige gezichten. In het bed lag moeder, onder een dun laken, duidelijk ziek. De Vierde koning ging naast het bed zitten en sprak de hele middag met de vrouw. Het bleek dat de vader dood was gegaan en dat moeder erg ziek was. De Vierde koning gaf wat geld en één van zijn dekens en beloofde op de terugweg weer langs te komen. De moeder huilde van geluk en gaf hem uit dankbaarheid een dadel. Dat is een vrucht die je op kan eten. De Vierde koning bewaarde de vrucht in een speciaal zakje wat hij altijd om zijn hals droeg.

Hij had nu wat tijd verloren op zijn weg naar Koning Melchior. Vlug ging hij verder.

Op de vijfde dag begon het te waaien. Heel hard te waaien. Net toen hij door een zandvlakte reed. Zo kon hij niet verder, hoe graag hij ook zou willen. De Vierde koning hielp de kameel om door zijn knieën heen te zakken en ging zelf achter het grote beest zitten schuilen. Pas tegen de avond ging de wind weer liggen. De Vierde koning had nu bijna een hele dag verloren op weg naar zijn vrienden. Hij vroeg zich af of koning Caspar en koning Baltazar wél op tijd zouden komen.

Op de zesde dag sprak hij zijn kameel aan: Lieve kameel, ze zeggen wel dat jij het schip van de woestijn bent. Zou jij voor mij vandaag dan een speedboot kunnen zijn? Ik heb haast om nog op tijd bij het huis van koning Melchior te kunnen zijn. Zij gaan morgen vertrekken. De oren van kameel stonden rechtop. Het was net alsof hij het begreep want sneller dan snel liep hij verder. Uur na uur. Tot hij plots stilstond. De Vierde koning begreep er niets van en keek om zich heen wat er aan de hand was. Slangen. Voor hen en naast hen, overal lagen slangen. De Vierde koning twijfelde even. Moesten ze terug en met een omweg verder of zouden ze er snel voorbij proberen te komen? Weer sprak hij zijn kameel aan. Lieve kameel, jij bent veel groter en sterker dan deze slangen. Spring er gewoon over heen zodat we op tijd kunnen komen. De kameel was duidelijk bang voor de slangen maar luisterde naar zijn baas. Voorzichtig zette hij zijn grote zachte poten neer waar géén slang was. Dit ging lang goed maar er waren te veel slangen. Één beet en het was gebeurd. Het gif drong langzaam zijn grote lijf binnen.

3koningenZe waren nu voorbij de slangen. De lieve, snelle kameel van de Vierde koning ging steeds langzamer lopen tot hij niet meer kon. Ze stopten. De Vierde koning begreep al snel wat er gebeurd was en verzorgde de wond. Hij had water nodig, veel water. Natuurlijk had hij wat drinkwater bij zich maar dit was te weinig om de wond goed te kunnen verzorgen. De Vierde koning klopte aan bij het enige huis in de verre omtrek. De familie was thuis, gaf hem water maar vroeg ook een tegendienst. Of hij de oudste zoon van de familie de volgende dag kon meenemen naar de stad van koning Melchior. Dat kon de Vierde koning natuurlijk niet weigeren. De wond werd verzorgd en de volgende ochtend bij zonsopgang vertrokken ze. Zou hij het nog halen? Zijn lieve kameel liep nu een stuk langzamer, door de wond en de extra persoon die op zijn rug mee hobbelde. Voor de Vierde koning was het wel goed gezelschap. Ze vertelde allebei verhalen. Ook had de jongeman een zakje dadels bij zich die hij de Vierde koning aanbood. De koning hield erg van dadels en nam ze graag aan. Één bewaarde hij er en stopte die in het zakje om z’n hals. Zo kwamen ze bij zonsondergang aan in de stad van koning Melchior. En wat denk je? Helaas. Koning Caspar, koning Baltazar en koning Melchior hadden tot laat in de middag gewacht op hun goede vriend, de Vierde koning. Toen waren ze vertrokken. In een briefje, wat ze achter lieten, stond geschreven dat ze niet langer meer konden wachten. Ook stond er: ga in de nacht en volg de heldere ster. Misschien kun je ons nog inhalen. Graag tot ziens, vriend. De Vierde koning was natuurlijk bedroefd dat hij zijn vrienden net gemist had. Ook was hij nu te moe om verder te reizen. Hij moest eerst wat rusten. Hij nam afscheid van de jongeman en beloofde hem op de terugweg nog eens op te zoeken. Ook besloot hij zijn lieve kameel achter te laten om de poot rustig te laten genezen. Van de familie van koning Melchior kreeg hij een nieuwe kameel te leen. Pas daarna ging hij slapen. De volgende avond bij het vallen van de nacht zocht de Vierde koning naar de heldere ster en ging op weg. Zijn koningsvrienden achterna, op zoek naar het bijzondere kind en zijn ouders.

Wil je weten hoe dit afloopt? Of nog leuker, loop je zelf mee op 7 januari, op zoek naar het pasgeboren kind? Sluit je dan aan met je eigen geschenk. Je gaat er vast en zeker iemand blij mee maken.

Lucas Rood

Voetnoot voor de leerkracht/ouder:

Het verhaal

Dit verhaal kunt u voorlezen aan de klas/uw kind. Het kan dienen als voorbereiding op het feest van Driekoningen. Het verhaal kan natuurlijk ook voorgelezen worden in aanloop naar de Driekoningen intocht zelf, op 7 januari. Laat in dit geval de laatste drie regels vervallen.

Knutselen en verkleden

Als u het kind mee wilt laten doen bij de intocht op 7 januiari is het natuurlijk leuk om verkleed te komen als koning. Denk hierbij aan een kroon, verkleedkleren en eventueel een lampion.

Koningskoek

Als suggestie: bak samen met het kind koningskoeken. Er bestaan diverse eenvoudige recepten. Stop in 1 koek een noot. Wie de noot treft is die de koning.